‘Edese duurzame energie-installaties schoner dan alternatieven’
EDE ,,Het warmtenet in Ede stoot in verhouding circa de helft minder stikstof uit dan kolencentrales en de grote megabiomassacentrales.” Dat blijkt volgens Warmtebedrijf Ede uit een onafhankelijk onderzoeksrapport van SGS Nederland. ,,Daarnaast is de fijnstofuitstoot in Ede in verhouding ruim 17 keer minder dan de uitstoot van kolencentrales en grote biomassacentrales.”
Kolencentrales
Kleijnen: ,,Onderzoeksbureau SGS stelt vast dat Warmtebedrijf Ede via biomassa slechts 53% stikstof (0,15 kg/MWhth) uitstoot ten opzichte van kolencentrales (0,282kg/MWhth). Na het installeren van de nieuwste uitstootfilters, het zogeheten ‘biowarmte nieuwe stijl’, stoot warmtebedrijf Ede zelfs vier keer minder stikstof uit dan kolencentrales. Daarnaast stoot Warmtebedrijf Ede ruim 17 keer minder fijnstof uit (0,0008 kg/MWhth). De vergelijking met kolencentrales is relevant omdat de Nederlanse normen voor biomassacentrales, de strengste van heel Europa, gelijk liggen met de uitstoot van kolencentrales.”
Het grote verschil tussen de ‘grote biomassacentrales’ en de Edese duurzame energie-installaties die op regionale resthoutstromen draaien, is volgens Kleijnen het verschil in werkwijze. ,,Warmtebedrijf Ede gebruikt warmte direct en zet dit dus niet om in elektriciteit zoals kolencentrales en biomassastokende elektriteitscentrales. Door deze efficiëntere werkwijze stoot Warmtebedrijf Ede minder stikstof en fijnstof uit. Ook zorgt deze efficiëntie ervoor dat er minder brandstof nodig is. Van geïmporteerde pellets is geen sprake.”
Grote biomassacentrale
,,In vergelijking met grote biomassacentrales stoot Warmtebedrijf Ede de helft minder stikstof uit (44%). Met ‘biowarmte nieuwe stijl’ slechts een vijfde (18%) van de stikstof in vergelijking met de grote biomassacentrales. Ook stoten zij slechts 5% van de fijnstof van een grote biomassacentrale”, zegt Kleijnen. ,,Vaak worden alle biomassacentrales op één hoop gegooid, terwijl er veel verschil zit in de werkwijze, efficiëntie en uitstoot. Met deze cijfers moge het duidelijk zijn dat er grote verschillen zitten in de verwerking van biomassa.”