Toelichting tarieven 2023
De kosten van energie zijn in 2022 sterk gestegen, wel 7 tot 10 keer hoger dan in 2021. De prijs voor gas stijgt niet meer zo snel, maar de energiemarkt is nog erg onrustig en onvoorspelbaar. Onze tarieven zijn voor heel 2022 hetzelfde gebleven. Daarnaast heeft de overheid in 2022 verschillende maatregelen genomen om consumenten tegemoet te komen in de energiekosten: verlaging van de btw per 1 juli 2022 en een vergoeding van € 190,- in november en december 2022 via de stroomleverancier.
Effect prijzen gas en stroom op kosten warmte
Voor het produceren van warmte zijn de kosten afhankelijk van de gas- en stroomprijs. Dat is logisch voor warmte die vrijkomt bij elektriciteitsproductie waar gas voor wordt gebruikt of het opvangen van de pieken in de warmtevraag met gasketels. Duurzaamheidssubsidies zijn gekoppeld aan de gas- en stroomprijzen, waarbij de subsidie lager wordt als de gas- en stroomprijzen stijgen.
Naast de inkoop- en productiekosten worden ook de maximumtarieven die de ACM jaarlijks vaststelt berekend op basis van de gasprijs. Warmteleveranciers mogen nooit meer in rekening brengen dan deze ACM maximumtarieven.
Ondanks het verband tussen de warmtetarieven en de gas- en stroomprijzen, betalen klanten met een warmteaansluiting gemiddeld 25% minder dan klanten met een gasaansluiting.
Duurzame Warmte en koppeling gas
Het opzetten van duurzame warmte projecten is zeer kapitaalintensief. Er zijn hoge (voor)investeringen nodig en het duurt lang voordat deze terugverdiend kunnen worden (ca. 15 jaar). Om het tot stand komen van duurzame warmteprojecten te stimuleren heeft de overheid het Stimuleringsfonds Duurzame Energie opgezet (SDE regeling). Deze subsidie moest meerjarige zekerheid bieden voor investeerders en zorgen dat er een gezonde bedrijfsvoering mogelijk was en leveringszekerheid geborgd werd. In deze subsidieregeling zit een koppeling met de gas- en stroomprijs: hoe hoger de gas en stroomprijzen, des te lager de verstrekte subsidie per geleverde hoeveelheid warmte. Deze koppeling is ontstaan vanuit de gedachte dat de meeste warmteleveranciers ook leveranciers zijn van gas en stroom. Als de gas- en stroomprijzen stijgen dan hebben deze leveranciers hogere inkomsten uit de verkoop van gas en stroom en is er dus minder subsidie nodig.
Voor duurzame warmteleveranciers die geen gas of stroom verkopen is deze koppeling niet logisch, maar was deze in een stabiele markt geen probleem. Door de onverwachte hoge stijgingen van de gas- en stroomprijzen worden duurzame warmteleveranciers nu hard getroffen door de koppeling in deze subsidieregeling. Dit betekent in veel gevallen geen (of nauwelijks) subsidie, terwijl de overige kosten ook nog eens stijgen, zoals brandstof, vervoer, personeel en inflatie.
Winst en rendement
In de media is er veel aandacht geweest voor winsten bij energieleveranciers. Het is belangrijk om te beseffen dat de gas- en stroommarkt heel anders werkt dan de warmtemarkt. Bij gas en stroom is er sprake van inkoop en verkoop door de leverancier, dat een publieke netbeheerder zorgt voor de distributie en dat er meerdere opwekkers zijn die aan het net leveren. Bij warmte wordt de distributie en levering meestal verzorgd door één partij, die soms ook de productie van warmte verzorgt. Er is bij warmte dus geen marge tussen inkoop en verkoop, maar van rendement op een heel systeem over de hele levensduur van een systeem of project. Doorgaans zo’n 25 a 30 jaar.
Een gezond en gemiddeld rendement over de hele levensduur betekent bij warmte, vanwege de hoge voorinvesteringen: onder nul beginnen, tussen de 12 en 15 jaar door nul heen en de laatste jaren een positief rendement, waarbij ook rekening gehouden moet worden met de benodigde herinvesteringen. Warmtebedrijven worden door de toezichthouder van de overheid (ACM) gecontroleerd op hun rendementen. De monitoring en toets zijn vastgelegd in de Warmtewet. Als warmtebedrijven een rendement behalen dat hoger is dan redelijk, dan is de ACM gemachtigd om hierop in te grijpen en de leveringstarieven van de warmteleveranciers hierop aan te passen.
Link naar publicatie ACM rendement warmtebedrijven
link naar publicatie ACM rendement warmte branche
Loskoppelen gasprijzen van warmteprijzen
Op dit moment wordt er gewerkt aan een nieuwe Warmtewet (Wet Collectieve Warmtesystemen) die naar verwachting 1 juli 2024 in werking treedt. Ook de tariefsystematiek is hier een onderdeel van. Het doel is om de tarieven te baseren op daadwerkelijk gemaakte kosten inclusief een redelijk rendement, waarbij de koppeling met gas losgelaten kan worden. Verwacht wordt dat deze nieuwe Tariefregulering 1 januari 2025 van kracht zal worden.
Link naar voortgangsbrief aan tweede kamer wet collectieve warmtevoorziening in publieke handen.
Meer informatie
Lees meer over het prijsplafond van de overheid op de websites van de Rijksoverheid en de ACM.